Ben jij ook zo in je nopjes met een nieuwe jas? Of wanneer je naar een feestje mag? Wanneer je gezellig thuis bent met een zee van tijd? Vast wel. Maar waar komt de uitdrukking ‘in mijn nopjes zijn’ vandaan? Wat zijn dat voor nopjes?
Een snel etymologisch onderzoek leert me dat ‘nopje’ vermoedelijk afkomstig is uit het Middelnederduits en ‘knoop’ of ‘propje’ betekent. In het Middelnederlands was ‘noppe’ pluis van wol. Wolpluisjes werden enerzijds zo veel mogelijk van een stof verwijderd – ook vandaag zien we niet graag ‘opgewolde’ truien. Anderzijds kregen sommige stoffen net wel ‘nopjes’ ingeweven met een speciale weeftechniek. Wie een kledingstuk met nopjes droeg, had dus iets speciaals en droeg dat alleen voor feestelijke gelegenheden. En zo kwam het dat iemand op een feestelijke dag letterlijk in zijn nopjes was. In de 18de eeuw zei men van iemand die goed gekleed was dat hij ‘in goed in de noppen was’.
Later heeft dit de betekenis gekregen van ‘blij zijn’.
Nog een interessant weetje: het Engelse ‘nap’ betekent ook ‘wolpluis’ en stampt af uit het Middelnederlands. Waarschijnlijk hebben Vlaamse textielarbeiders het woord ‘nop’ geëxporteerd naar het toenmalige Engeland.
Bron: http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/nop2
Woord- en taalgebruik bepalen het imago van jouw bedrijf of organisatie. Wil jij advies of hulp bij het schrijven van jouw bedrijfsteksten? Neem dan een kijkje op de website of contacteer me.