‘Boterham’, een doodgewoon woord. Maar heb jij je ooit afgevraagd waarom ‘brood’ ‘boter’ werd? Is het een van de vele klankverwisselingen uit de volksetymologie? En waar komt de ham vandaan?
Etymologen weten niet precies wat de herkomst van onze boterham is. Boter is in ieder geval boter. Daarover heerst wel eensgezindheid. Het probleem zit hem in de ham. Die heeft namelijk niets te maken met een lekker stukje varken.
De meest gangbare denkpiste verwijst naar het oude woord ‘(h)amme’ dat weide, landtong of hoek’ betekende. Van daaruit is later de betekenis homp, stuk of brok gegroeid. Een ‘ham’ is dus een stuk brood.
Wat dan met de boter? ‘Boter’ werd en wordt in allerlei samenstellingen gebruikt in de betekenis ‘beboterd, met boter besmeerd, met boter toebereid’. Denk maar aan ‘boterkoek’ of ‘botercake’. Boter is dus boter gebleven.
Conclusie: een boterham is een brok (of stuk of snede) besmeerd met boter.
Smakelijk!
(Bron: http://www.etymologiebank.nl/trefwoord/boterham)
Woord- en taalgebruik bepalen het imago van jouw bedrijf of organisatie. Wil jij advies of hulp bij het schrijven en vertalen van jouw bedrijfsteksten? Kijk eens rond op de website of contacteer me.